
Zwiggelte het mooiste dorp van Midden-Drenthe
Zwiggelte (Drents: Zwiggel of Zwiggelt) is een esdorp in de gemeente Midden-Drenthe, in de Nederlandse provincie Drenthe.
Het dorp ligt ten noordwesten van Westerbork. Het behoorde tot 1998 tot de gelijknamige gemeente. Het dorp Zwiggelte is in de Middeleeuwen ontstaan, in een beekdal van de Westerborkerstroom.
In 1416 wordt het vermeld als Zwichtelen, in 1477 als Swijchler en in 1551 als Zwichteler. Doordat er een beperkte dorpsuitbreiding is geweest, is het oude open karakter nog te zien van het dorp. Restanten van een brink zijn te vinden aan de zuidoostkant van Zwiggelte. Verder kent het dorp veel oude boerderijen.
In 1840 woonden er Zwiggelte 184 inwoners. In het begin van de twintigste eeuw werd een deel van buitengebied verder ontgonnen. In 1998 woonden 187 inwoners in het buitengebied, terwijl er in de woonkern dan 254 inwoners waren, tezamen 441 inwoners. Het aantal bewoners in de woonkern nam daarna langzaam af. In 2014 woonden er 202 inwoners in de kern en in het buitengebied woonden dan 220 inwoners (422 inwoners tezamen). In 2021 woonden er 470 inwoners. Zwiggelte wordt ook wel het Gallië van Midden-Drenthe genoemd.
Zwiggelte is ontstaan op een dekzandrug die tot 18 meter boven NAP reikt. De zandrug ligt ingeklemd tussen drie beekdalen, met namen als de Eekenhorsten,de Gleete Ma en de Spanma. Ze zijn ontstaan als erosiegeulen en zijn later opgevuld met dekzand, leem en veen. De grens van deze groenlanden met de voormalige heidevelden wordt hier en daar nog gemarkeerd door houtwallen. Deze moesten in vroegere tijden voorkomen dat de schappen en het rundvee elkaars gronden betraden. De aanwezigheid van betrekkelijk veel laaggelegen alleen voor weiland geschikte gronden ligt vermoedelijk ten grondslag aan de naam Zwiggelte. Zwiggelte betekent weide en ´elte´ duidt op de aanwezigheid van bos. Zwiggelte zou daarom bosweide beteken.
Naast hooi -en weilanden vormden de akkercomplexen de assen, een belangrijk element van het boerenbedrijf. Zwiggelte had twee essen, de Ooster - en de Westeres. Iets ten oosten van het dorp bij de plaats waar nu de ijsbaan ligt, lagen de goors, omwalde of omheinde ruimtes waar men groente en fruit teelde. De bebouwing was geconcentreerd in drie clusters, die elk hun eigen gemeenschappelijke ruimte (of huisbrink) hadden. De grote of hoofdbrink lag pal tegenover de zuidwestelijke huisbrink. De naam brinkweg herinnert hier nog aan.
Het grootste heideveld, het Zwiggelterveld ten noorden van het dorp, wordt sinds het midden van de 19 de eeuw doorsneden door het Oranjekanaal. Het deel ten zuiden van het kanaal werd tussen 1900 en 1940, toen kunstmest de mest van de schaapskuddes vrijwel overbodig had gemaakt, stukje bij beetje ontgonnen door kleine particulieren. De heide aan de noordzijde van het kanaal werd deels ontgonnen door de Algemene Exploitatie Maatschappij uit Amsterdam. Na 1945 kocht Staatsbosbeheer zowel de heide als reeds in cultuur gebrachte gronden van het Zwiggelterveld op. Op de heidegronden werd in de jaren vijftig op grote schaal productiebos aangeplant.